Een uitzondering toevoegen voor een toepassing in Bitdefender firewall

In dit artikel leert u hoe u een toepassing in de Bitdefender firewall kunt toestaan. De Bitdefender-firewall gebruikt een reeks regels om gegevens te filteren die van en naar uw systeem worden verzonden.  Afhankelijk van het netwerk waarmee u bent verbonden, kan de firewall bepaalde programma's blokkeren voor toegang tot het internet of het lokale netwerk. In dit geval is de beste oplossing om een firewallregel toe te voegen door de onderstaande instructies te volgen.

 

Video-instructies

ⓘ Opmerking: Om de video-ondertitels te wijzigen in uw moedertaal of een andere taal waarin u zich beter voelt, klikt u op de CC-knop onderaan de video om bijschriften in te schakelen, drukt u vervolgens op het ⚙︎-pictogram, selecteert u Ondertitels/CC, klikt u op Automatisch vertalen en kiest u de taal van uw keuze.

 

Een toepassing toestaan in Bitdefender firewall

1. Klik op de knop Beveiliging in de linkerzijbalk van de Bitdefender-interface.

2. Klik op de knop Instellingen van de module Firewall.

3. Selecteer het tabblad Regels. De programma's waarvoor al regels werden aangemaakt, worden weergegeven.

4. Klik op de knop Regel toevoegen om een toepassingsregel toe te voegen. Hierna verschijnt een nieuw venster.

5. Kies of de regel van toepassing is voor alle toepassingen door op de schakelaar in het bovenste gedeelte van het venster te klikken.

6. Klik op Bladeren en selecteer het bestand .exe van de toepassing waarop de regel van toepassing zal zijn.

7. Selecteer een van de beschikbare Bevoegdheden:

  • Toestaan (blauwe schakelaar met een vinkje): de opgegeven toepassing krijgt toegang tot het netwerk/internet onder de opgegeven omstandigheden.
  • Weigeren (grijze schakelaar): de opgegeven toepassing krijgt geen toegang tot het netwerk/internet onder de opgegeven omstandigheden.

8. Selecteer het netwerktype waarop de regel van toepassing is. U kunt uit het volgende kiezen: Elk netwerk, Thuis/Kantoor of Openbaar.

9. Vervolgens moet u het IP-Protocol selecteren waarop de regel van toepassing zal zijn.

10. Selecteer ten slotte de richting waarop de regel van toepassing zal zijn:

  • Outbound: De regel is enkel van toepassing op uitgaand verkeer.
  • Inbound: De regel zal alleen voor inkomend verkeer worden toegepast.
  • Beide: De regel is voor beide richtingen van toepassing.

U vindt meer opties in het tabblad Geavanceerd. Daar kunnen gebruikers de volgende instellingen aanpassen:

  • Aangepast Extern Adres: Specificeer het externe IP-adres en de poort waarop de regel van toepassing is.
  • Aangepast Lokaal Adres: Specificeer het lokale IP-adres en de poort waarop de regel van toepassing is.